JOEP NICOLAS
JOEP NICOLAS (Roermond, 1897 – Steyl, 1972) glazenier, kunstschilder, tekenaar.
Zoon van Charles Nicolas (1859-1933) en kleinzoon van Frans Nicolas sr (1826-1894) de oprichter van ATELIER F. NICOLAS te Roermond in 1855.
Trouwde in 1924 met de Belgische beeldhouwster Suzanne Nijs (Kortrijk, 1902-Steyl, 1985), twee dochters Claire (1925-2020) auteur en Sylvia (1928) glazenier, beeldhouwer.
Na het behalen van het gymnasiumdiploma (1916) stond hij korte tijd ingeschreven aan de universiteit van het Zwitserse Fribourg (filosofie en kunstgeschiedenis) en aan de universiteit van Amsterdam (rechten). Opleiding aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid Amsterdam (tekenen en schilderen).
Het vak van glazenier leerde hij in de praktijk bij Atelier F. Nicolas & Zonen te Roermond, waar hij opgeleid werd door GERARD MESTEROM (1875-1960) atelierchef van het bedrijf. Gerard Mesterom begon in 1932 een eigen glasatelier in Bunde bij Maastricht.
Vader Charles en oom Frans jr. waren samen de eigenaren van de werkplaats ATELIER F. NICOLAS & ZONEN dat in 1855 door hun vader Frans sr. in Roermond was gestart onder de naam Atelier F. Nicolas. In 1929 werd Joep mede-eigenaar en werd de officiële naam NV Glasschilderkunst F. Nicolas & Zonen. Na het overlijden van vader Charles in 1933 krijgt Joep als enige aandeelhouder de algehele leiding en brengt het bedrijf weer tot bloei.
Onder meer vanwege de Duitse oorlogsdreiging emigreerde hij met zijn vrouw en dochters naar de Verenigde Staten en verkocht het bedrijf aan zijn bedrijfsleider MAX WEISS (1910-1972).
Zeker de eerste jaren was zijn verblijf in de VS geen onverdeeld succes. In 1958 keert hij terug naar Nederland en gaat met Suzanne wonen in Steyl bij Tegelen. De wederopbouw in Nederland en de opdrachten uit VS bezorgen hem veel werk. Door onenigheid met Max Weiss laat hij zijn ontwerpen vanaf 1953 niet bij Atelier Max Weiss, maar bij Atelier Arnold Geutjens in Venlo uitvoeren. Ook de vierde generatie Nicolas (Sylvia, zijn dochter, en neef Joep Nicolas van Ronkenstein) laat zijn ontwerpen door Geutjens uitvoeren. In 1963 rondde hij de beglazing van de Oude Kerk te Delft af, zijn magnum opus. Door de vernieuwingen in de Katholieke Kerk, de ontkerkelijking en het uit de mode geraken van glas-in-loodramen neemt ook voor Joep Nicolas eind jaren zestig het aantal opdrachten drastisch af.
Hij overlijdt in 1972 en ligt samen met Suzanne begraven aan de voet van de romaanse basiliek van Sint Odiliënberg, waarvoor hij in 1954 schitterende ramen heeft ontworpen.
De Kunstenaar
Joep Nicolas brak met de neogotische stijl waarvoor glasatelier Nicolas bekend stond en werd een belangrijke vernieuwer van de glaskunst. Zijn eerste opdracht (1922) is voor muurschilderingen en twee glas-in-loodramen in het Dionysiuskerkje te Asselt (Swalmen). Zijn doorbraak als glazenier, ook internationaal, kwam met het SINT-MAARTENSRAAM, waarmee hij in 1925 in Parijs de Grand Prix des Maîtres Verriers won. Het raam is een tableau vivant in glas-in-lood, dat de kinderoptocht op sint-maartensavond met rommelpotten en lampions uitbeeldt.
Zijn werken zijn expressief, kleurrijk, een en al beweeglijkheid en gedurfd in thematiek, met een grote rol van christelijke symboliek in zijn kerkramen. Door de stapeling van losse elementen doen zijn ramen enigszins aan die van MARC CHAGALL denken.
Hij voelde zich verwant aan de 16de-eeuwse glazeniers uit de renaissance met hun individualisme en de manier waarop zij een volksthematiek op een hoger niveau brachten. Grote bewondering had hij voor de befaamde Goudse glazen , gemaakt door Dirck en Wouter Crabeth tussen 1555 en ca 1572. De Goudse glazen zijn trouwens nog steeds te bewonderen in de Sint Janskerk te Gouda. Joep beklemtoonde het samengaan van vakkennis en scheppende kracht, en idealiter blijft volgens Joep de produktie van een glas-in-loodraam (ontwerpen-kartontekenen-glasschilderen-in lood zetten e.d.) in één hand, de hand van de glazenier of het glasatelier.
Hij is een voortrekker van de “Limburgse School” waartoe hijzelf, Charles Eyck, Henri Jonas, Alphons Boosten, Charles Vos e.a. worden gerekend. Vanaf het midden van de jaren dertig kwamen steeds meer andere kunstenaars in zijn atelier in Roermond werken zoals Charles Eyck en pater Raymond van Bergen. Gisèle van Waterschoot van der Gracht (Den Haag, 1912-Amsterdam, 2013) was in die periode zijn leerlinge en gaandeweg zijn assistente. Zij leerde van hem het brandschilderen van glas. Van belang zijn de nieuwe ramen die ze maakte voor de Munsterkerk te Roermond in 1953. In 1939 verhuisde ze naar Amsterdam. Zij trouwde in 1956 met Arnold d’Ailly, voormalig burgemeester van Amsterdam (1946-1956). Als echtgenoot van Arnold d’Ailly en als kunstmecenas speelde de kunstenares een belangrijke rol in de Amsterdamse kunstwereld. Voor haar hulp bij het onderduiken van joodse kunststudenten in de tweede wereldoorlog ontving ze de Yad Vashemonderscheiding.
Na zijn terugkeer uit Amerika in 1958 verliest hij de aansluiting met de nieuwe generatie kunstenaars bij wie de abstracte kunst furore maakt.
Als glazenier kreeg hij vele opdrachten niet alleen voor kerkramen, maar ook voor niet-religieuze openbare gebouwen en van talloze particulieren.

Het Nieuwe Jeruzalem (1954) Tubbergen, Pancratiuskerk

Enkele voorbeelden
Canisius Ziekenhuis (afgebroken), Nijmegen (1926)
Trappenhuis voormalig Philips Hoofdkantoor, Eindhoven (1929)
Stadhuis Breda (1927)
Trappenhuis Raadhuis Hilversum (1931)
Gerardus Majellakerk, Heksenberg (Heerlen) (1936)
Christoffelkathedraal, Roermond (1956)
Hubertuskerk, Genhout (1937)
Pancratiuskerk, Tubbergen (1954) (ramen van 5 generaties Nicolas)
Oude Kerk, Delft (1963) (zijn magnum opus)
Josephkerk (thans Titus Brandsma-memorial), Nijmegen (1929)
Wiro, Plechelmus en Otgerusbasiliek, Sint Odilienberg (1954)
Tussen Maas & Waal
De ramen in de O.L. Vrouw van 7 Smartenkerk te Molenhoek uit ca. 1934
Bronnen:
Carine Hoogveld, Glas in Lood in Nederland 1817-1968 ( Den Haag, 1989) 297-298
Dirk van de Leemput, Glas op papier, het archief van atelier F. Nicolas en Zonen, later Max Weiss, 1855-1969 in: Roermond Glazeniersstad (Roermond, 2019) 151-170
Claire Nicolas White, Joep Nicolas leven en werk (Venlo,1979)
Maerten Verstegen, Joep Nicolas, bon-vivant en groot kunstenaar in: CAM (Culturele Activiteiten Molenhoek) Een Kerk vol Kunst (Molenhoek, 2016) 12-15
Peter van Dael en Marina Eshuis, Vijf generaties glazenierskunst in de basiliek van Tubbergen, het werk van de familie Nicolas, waaronder de apocalyptische ramen van Joep Nicolas (Tubbergen, 2007)
